Honden die zichzelf krabben kunnen volkomen normaal zijn , maar het kan ook duiden op ernstige ziektes of een parasitaire besmetting. Net zoals wij mensen ons af en toe krabben, doen honden hetzelfde en bij honden kan het verschillende oorzaken hebben. De eenvoudigste reden is jeuk, maar overmatige eisen of bedreigingen kunnen er ook voor zorgen dat de hond gaat krabben. Een zogenaamd ‘overgangsgedrag’, dat, als het vaker voorkomt, duidt op stress en zich kan ontwikkelen tot een gedragsstoornis.
- Wanneer wordt krabben een probleem?
- Redenen om te krabben
- De behandeling
- Voorkomen
- Huismiddeltjes kunnen helpen
- Conclusie
Om precies te zijn, honden krabben niet alleen, ze likken de plek ook met hun ruwe tong of knabbelen aan de plek om de jeuk tegen te gaan. Als de hond zichzelf steeds vaker krabt, kan dit duiden op pathologische jeuk en moet deze door een dierenarts worden behandeld. Dit kan verdere problemen voorkomen.
Wanneer wordt krabben een probleem?
Het is volkomen normaal dat uw hond zich af en toe op verschillende plekken krabt. Hondenbezitters moeten zich er pas bewust van worden als de hond steeds opnieuw op dezelfde plek krabt, likt of knabbelt. Jeuk is normaal bij insectenbeten en vereist niet noodzakelijkerwijs behandeling, tenzij de wond geïnfecteerd raakt. Als de hond echter niet stopt en zich bloedig krabt, is er zeker actie nodig.
Redenen om te krabben
De behandeling
Als het jeukt, kan het een marteling zijn - stel je voor dat het jeukt, maar je kunt niet krabben! Alleen al om deze reden moeten er snel corrigerende maatregelen worden genomen, zodat uw hond niet hoeft te lijden en zichzelf niet pijnlijk krabt. Open wonden veroorzaakt door vuile klauwen raken snel geïnfecteerd en kunnen een veel groter probleem worden. Bovendien kan een diagnose moeilijker worden als het cruciale gebied gewond is. Zonder de oorzaak te kennen, is het moeilijk om een geneesmiddel te vinden. Om de dierenarts een nauwkeurige omschrijving van de symptomen te geven, moet het gedrag van de hond nauwlettend in de gaten worden gehouden. Als hij bij de dierenarts is, wordt de huid en vacht onderzocht, maar ook de inwendige organen worden gecontroleerd. Met laboratoriumdiagnostiek kan een volledig bloedonderzoek worden uitgevoerd of kunnen schimmels en bacteriën worden opgespoord. Onder bepaalde omstandigheden kan de dierenarts de hond ook doorverwijzen naar een dierendermatoloog, aangezien deze gespecialiseerd is in huidziekten.